Het Amerikaanse ministerie van Justitie (DOJ) overweegt aanzienlijke maatregelen tegen Google te nemen na de verklaring dat het een monopolie heeft op de zoekmachinemarkt. Onder de voorstellen willen ambtenaren dat de rechtbank Google dwingt om zijn Chrome-browser te verkopen, die wordt omschreven als een "belangrijk toegangspunt" waarmee veel gebruikers de zoekmachine benaderen, volgens bronnen van Bloomberg.
Bovendien is het DOJ van plan om andere gebieden van Google's activiteiten aan te pakken, waaronder zijn initiatieven op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) en het Android-besturingssysteem. Voor Android zouden de voorgestelde acties kunnen inhouden dat het smartphone-besturingssysteem wordt gescheiden van andere Google-producten, zoals Search en Google Play. Er zijn ook discussies over het vereisen dat Google adverteerders meer transparantie en controle biedt over advertentieplaatsingen.
DOJ Stapt Af van Drastische Maatregelen
Ondanks de omvang van deze overwegingen hebben antitrustambtenaren naar verluidt afgezien van het nastreven van meer extreme maatregelen, zoals het volledig verkopen van Android. Volgens Bloomberg zijn sommige details van de voorgestelde acties nog steeds onderhevig aan verandering.
Het DOJ weigerde commentaar te geven op deze ontwikkelingen, terwijl Google een verklaring uitbracht waarin het de aanpak van het ministerie bekritiseerde. Het bedrijf beschreef de acties van het DOJ als het bevorderen van "een radicale agenda die ver buiten de juridische kwesties van deze zaak gaat," en waarschuwde dat dergelijke maatregelen schadelijk zouden zijn voor gebruikers, ontwikkelaars en de technologische leiderschap van de VS.
Achtergrond en Juridische Procedures
In augustus 2024 erkende een Amerikaanse rechtbank officieel dat Google een monopolie heeft op de zoekmachinemarkt. In oktober begon het DOJ opties te verkennen om het bedrijf te herstructureren, variërend van het implementeren van strengere controles op zijn zakelijke praktijken tot het afdwingen van de verkoop van bepaalde divisies.
Hoorzittingen over de zaak zijn gepland voor april 2025, met een definitieve uitspraak van de rechtbank verwacht in augustus 2025.